Goede begeleiding, trainers en sfeer maken het succes. Die ingrediënten zijn bij HRC meer dan aanwezig en dus is onze jeugdafdeling enorm. Nieuw is dat overigens niet, HRC heeft al lang veel aandacht gehad voor de jeugd en ook de afdeling altijd serieus genomen. Theo Heesen neemt ons mee terug in de tijd.
Het grote aantal kinderen dat gaat rugbyen bij HRC, komt door het jarenlange beleid van de club: een combinatie van uitstekende trainingen, sportplezier en sfeer. Aan de basis van de jeugd stonden Ton van Otterloo, Theo Snijders en Harry Scholtens. Midden jaren zestig van de vorige eeuw brachten zij de eerste groepjes jongens bij elkaar. Er waren echter vrijwel geen tegenstanders. Er werd sporadisch gespeeld tegen Hilversum en AAC.
In 1968 komt de kleine Thijs Dorst in aanraking met de rugbysport. Vader Dirk gaat op zoek naar een club en komt uit bij HRC. De club zit in die tijd midden in de bouw van het clubgebouw. Hij meldt Thijs aan en krijgt in ruil direct een verfkwast in de hand geduwd. Van Otterloo beweegt Dorst om mee te helpen bij de opbouw van het clubgebouw en de jeugdafdeling.
Niet lang daarna gaat Dorst regelmatig ’s avonds het land in om het rugbyspel te promoten. Van de bond (die was toen in Den Haag gevestigd) kreeg hij een filmprojector, een doek en een film ter beschikking. Dirk, had eigenlijk niet voldoende verstand van het spel, maar hij wilde dat Thijs met zijn team tegen echte tegenstanders kon spelen.
De pogingen om in Den Haag een aantal volwaardige jeugdteams van de grond te krijgen, lukt wonderwel. Senior-spelers dienen hun zoontjes en neefjes ‘af te leveren’. Buurjongens worden ‘gedwongen’ het spel tenminste eens te proberen. De jonge spelers komen zaterdagochtend vroeg aan en gaan ’s avonds laat weer naar huis. Het clubhuis fungeert als een soort huiskamer. Er werd gesjoeld, er staat een kast met stripboeken en er wordt gegeten.
De leiders van de jeugdafdeling deinzen voor weinig terug. Al in 1968 wordt met een bescheiden groepje de eerste buitenlandse jeugdtrip georganiseerd. Van Otterloo en Dorst begeleiden één team naar Nottingham. In 1973 organiseert HRC een internationaal jeugdtoernooi, een unicum voor die tijd. Aan het toernooi dankt men de uitstekende contacten met de rugbyers uit het Engelse Fellbridge. Dirk Dorst is bij uitstek geschikt om de buitenlandse contacten te onderhouden. Zijn contacten zorgen jarenlang voor een stroom van buitenlandse clubs, die HRC aandoen. De aimabele Dorst werd Ome Dirk genoemd omdat hij altijd voor iedereen benaderbaar was, zowel voor de jeugd, ouders, pers en toeschouwers.
Aan kader ontbreekt het de jeugdafdeling in de loop der jaren zelden. Veel senior-spelers hebben zich korte of langere tijd met de jeugd bezig gehouden. Hoewel het merendeel van de ouders er blijk van geeft het allemaal wel best te vinden, zijn er ook ouders die wel iets meer willen doen. Chris Nolten, in het begin van de jaren tachtig clubvoorzitter en eerder voorzitter van de jeugd, is door zijn zoons bij HRC terecht gekomen. Ook de toenmalige penningmeester Henk Duiverman werd door zijn zoon Kees-Jan meegebracht.
Zo rond 1975 duikt Ralph Simonis op. Simonis mag zelf vanwege een blessure niet meer spelen, en stort zich met overgave op de jeugdbegeleiding. Hij pakt vooral de reizen naar het buitenland grootscheeps aan. Tweemaal organiseert hij een reis met de colts naar Canada. Met dezelfde leeftijdscategorie gaat hij naar Zuid-Afrika en in 1992 met de complete jeugdafdeling, ongeveer 100 personen, naar Preston in Engeland. Al die trips kosten natuurlijk veel geld. Een van de grootste bronnen is de disco’s die Ralph organiseert. Alle benodigde spullen worden geleend van de school waar hij lees geeft. Ook worden er kerstbomen verkocht, auto’s gewassen. Ook worden jongens verhuurd voor allerlei klussen, zoals nachtwakers, kelder-uitgravers. Niets is te gek. Ralph Simonis is de man die de jeugdafdeling liet uitgroeien tot een van de sterkste en grootste van Nederland.