Den Haag, ook wel de hofstad of residentie genoemd, is een stad waar veel ambassades zijn gehuisvest. Dus, veel diplomaten.
Bij HRC waren al vrij vroeg diplomaten actief. In de beginjaren was Paul Béchet als economisch handelsattaché van de Franse ambassade, later ambassade-secretaris, actief als scheidsrechter en voorzitter. Zijn vriend Dr. Herman Dirk van Broekhuijzen, de Zuid-Afrikaanse gezant werd benoemd tot onze erevoorzitter. Hij zorgde al in 1933 voor enkele Zuid-Afrikaanse spelers, onder andere Murdock en Breitenbach.
Ambassadeurs van Nieuw-Zeeland die naar ons land kwamen en vol passie spraken over rugby, wisten de weg naar HRC ook snel te vinden. Rachel Fry was zo’n ambassadeur. Zij maakte haar opwachting op de jubileumreceptie en gaf een interview met het Haagse Rugby Magazine, later Nederlands Rugby Magazine. Het eerste wat zij vroeg: “Is er hier in Den Haag een pub waar ik de live wedstrijden van de kiwi’s kan zien?”
Ook in de politiek speelt de sport in dat land een belangrijke rol: rugby bepaalt – tenminste voor een deel – het imago van Nieuw-Zeeland. Toen de loting voor de organisatie van de World Cup 2011 in Ierland werd gehouden, kwam de Prime Minister dan ook speciaal naar Ierland gevlogen om een presentatie te houden. En bij de uitschakeling van Nieuw-Zeeland tijdens de World Cup in Australië in 2003 werd de Prime Minister ter verantwoording geroepen door de politieke partijen. Dit was niet wat vanuit het oogpunt van het parlement was gewenst. De Prime Minister moest maar eens gaan praten met de coach van de All Blacks en de voorzitter van de rugbybond. Voor Nederland onbestaanbaar.
Diezelfde Rachel Fry belde mij overigens een keer op en vroeg of ik interesse had om de Minister van buitenlandse zaken en sport te interviewen. Hij was een dag in Den Haag in verband met de Afghanistan-top. Voor de foto haalde hij, Murray Stuart McCully, in het Ambassador Hotel even een All Black shirt uit zijn koffer. “Iedereen in Nieuw-Zeeland speelt rugby. Ik ook. We hebben namelijk een parlementair rugbyteam. Trainen doen we niet echt vaak, maar spelen wel voor goede doelen wedstrijden. Wij zijn trouwens regerend wereldkampioen. Wij wonnen het parlementaire WK rugby. Dat werd gehouden in Frankrijk. We hebben een team met daarin spelers van verschillende politieke partijen. In een team ben je gedwongen samen te spelen met mensen waar je qua politieke ideeën misschien loodrecht tegenover staat. Dat breekt barrières”. Misschien een idee voor het Nederlandse kabinet?
Ambassadeur George Troup was net als zijn voorganger Rachel Fry een fanatieke aanhanger van de rugbysport. Regelmatig was hij te vinden langs de lijn bij HRC. Tijdens het Herendiner bij de club hield Troup een speech over zijn passie rugby. Ook Troup was met grote regelmaat te vinden in O’Caseys in het Noordeinde. Zijn opvolgster Janet Lowe heeft ook een speciale band opgebouwd met HRC. Zo volgde zij de Haagse Rugby Dagen op de voet, langs de lijn, en was zeer enthousiast en genoot volop.
Of de huidige ambassadeur hare excellentie Lyndal Elisabeth Walker als op HRC is gesignaleerd is nog onbekend