We zijn blij jullie ook deze week weer te mogen trakteren op een stukje historie van de hand van Theo Heesen. Wellicht heb je aan de bar (ook al zo’n herinnering aan vervlogen tijden…..maar met een beetje geluk mag het binnenkort weer) wel eens horen spreken over de Beul van Bali. Mocht je nog niet weten wie of wat daar mee werd bedoeld, dan is deze bijdrage speciaal voor jou.
De Beul van Bali, Peter de Bruijn, want over hem heb ik het, is in geheel rugby Nederland een begrip. Speler, succesvol coach van diverse verenigingen, opleider, jeugdcoördinator, bondscoach van het nationaal sevensteam en in het verleden af en toe kok in de HRC- keuken.
De Bruijn, erelid van HRC en lid van verdienste van de Nederlandse rugby bond, maakt al op 15-jarige leeftijd kennis met de rugbysport. “Ik werkte toen bij HRC’er Sjef Buutveld in de accu’s. Hij vroeg me een keer mee te gaan naar een wedstrijd. Ik kon gelijk meedoen, maar omdat ik pas 15 was, mocht ik nog geen lid worden. In 1956 kon dat eindelijk en ik stond gelijk in het eerste. Er was maar één team.”
Peter is in die tijd al een lenig ventje. Anderhalf jaar zit hij namelijk op de acrobatenschool. Zeven dagen in de week trainen. “Ik ben geboren in de Schilderswijk en was hardheid gewend en kon mijn agressie kwijt in de sport. De discipline heb ik geleerd op de acrobatenschool“.
Ook als international is hij actief. Van 1968 tot 1970. Drie jaar later maakt een blessure een einde aan zijn actieve loopbaar. Dat zelfde jaar wordt hij trainer van de Leidsche Studenten (LSRG). “Ik moest mijn diploma’s halen, want ik kwam wel in dienst van de Universiteit.” Twaalf jaar lang staat hij aan het roer van de Studentenclub. Daar heeft hij ook de bijnaam ‘De Beul van Bali’ aan overgehouden. In het Leidsch Dagblad wordt daar voor het 25 jarig jubileum van de club melding van gemaakt: “De Beul van Bali mag dan lijfelijk niet meer aanwezig zijn, de geest van Peter de Bruijn waart nog wel degelijk rond binnen de gelederen van het Leidsch Studenten Rugby Gezelschap. Al weer een tijdje geleden vertrok de kleine Haagse trainer naar zijn oude liefde HRC, maar dat verhinderde de jubileumcommisie van LSRG niet om het vijfde lustrum opnieuw aan hem op te hangen. Althans van zijn befaamd geworden teksten. Na het ‘Harder zeg ik je’ bij het twintig jarig bestaan, verbond de commissie ditmaal ‘Van ijzer’ aan de kwart eeuw LSRG . Een studententeam wordt vaak geassocieerd met feestjes. De Bruijn zegt altijd: Op de training win je de wedstrijd. Hij kon er geen genoeg van krijgen om uitgerekend na een parijtje, een promotie of een receptie de boel op de training flink op stang te jagen. “Feestje gehad heren, was de standaarduitdrukking. Vervolgens kondigde hij dan steevast vijf keer de laatste sprint of kikkeroefening aan onder het motto: Pijn is fijn” .
Op 28 april 1985 loopt HRC met 78-0 over de Delftse studenten heen. Daarmee is de landstitel een feit. Voorzitter Robbert van der Ven schrijft na afloop van de kampioenswedstrijd een belangrijke rol toe aan coach Peter de Bruijn. “De Bruijn is een dictatoriaal ventje, maar zo’n man is precies wat we nodig hebben bij HRC“.
Als hoogtepunt van zijn carrière ziet hij het winnen van de Bowl in Hong Kong (1989) met het nationale sevensteam. Dat invitatieteam bestond uit: André Marcker, Hans Marcker, Mats Marcker, Peter Marcker, Bernd Verhofstad, Bart Wieringa, Karel Dinkla, Marcel Eman en Sander Hadinegoro (beiden HRC). De finale tegen Spanje eindigde in 16-16. In de verlenging scoorde captain André Marcker de winnende try en kon de Bowl mee naar Nederland worden genomen.