- Huddersfield, 1998, McAlpine Stadium
- Engeland – Nederland 110-0
- Team Nederland: Anthony Webber, Obbe Winkels (HRC), Rogier van de Walle (HRC), Garron Everts, Gerard Viguurs, Bjorn Vervoort, Mats Marcker, JJ van Esch, Arno Seijbel (HRC), Roberto Phillippo, Feike Faas, Remco Donkers, Rob van de Ven, Nick Holten, Caine Elisara.
- Reserves: Hein Brat (HRC) voor Van Esch (45 min), Silvester Ramaker (Delft en HRC) voor Vervoort (65 min), Rick Lips (HRC) voor Marcker (76 min).
Laten we positief beginnen: HRC was goed vertegenwoordigd en – ook niet onbelangrijk – hoewel het de grootste nederlaag van Oranje in de geschiedenis was, zijn de deelnemers tot op de dag van vandaag nog trots dat zij tegen het grote Engeland hebben gespeeld.
Daarbij moet echter ook worden aangetekend dat er vooraf zowel in de Nederlandse als in de Engelse pers werd gesproken over een gevaarlijke wedstrijd voor de Nederlanders, omdat het verschil in gewicht en ervaring op dit niveau enorm was. (En achteraf was het commentaar ook niet mals).
Arno Seijbel had deze wedstrijd nooit willen missen. “We waren geselecteerd voor het spelen van een kwalificatiereeks en de wedstrijd tegen Engeland was één van de laatste wedstrijden in deze reeks. Dat ik erbij zat gaf een geweldig gevoel. Echt een hoogtepunt van mijn rugbycarrière; spelen in Huddersfield, waar 12.000 mensen zaten te kijken! Je voelde de spanning goed in de kleedkamer, maar tijdens de wedstrijd viel de spanning helemaal van je af. Na afloop ben je overigens wel helemaal op: een emotionele ontlading. Maar – eerlijk is eerlijk – het was ook een dieptepunt, omdat we met 110-0 verloren. Tien dagen Huddersfield was voor mij desondanks een wereldbelevenis. Alles bij elkaar had ik die dagen nooit willen missen.”
Ook Obbe Winkels vond het een ervaring die hij niet had willen missen. “Ik heb niet genoten van de wedstrijd (zo fors verliezen is niet leuk), maar de voorbereiding op de wedstrijd heb ik beleefd als een droom. Natuurlijk was ik blij, opgetogen en had er zin in. Ik was erg trots en nerveus. Er was een grote kans dat al onze voorwaartsen nodig waren in de rucks en mauls en dat onze centers naar binnen zouden worden getrokken. Voor de wingers betekent dit dat je meer open ruimte moet verdedigen. Maar er speelde meer door mijn hoofd. Wat zou het toch gaaf zijn als we scoorden (ik). Natuurlijk was ik blij als we een aanval afstopte, maar uiteindelijk zagen we de score oplopen. Kansloos ten onder tegen een van de grootste rugby naties in de wereld. Hoofd omhoog de kleedkamer uit, dat was het minste dat ik nog kon doen.”
Rick Lips, die evenals zijn teamgenoten dit ondanks de nederlaag dit nooit had willen missen, verwoordt het als volgt: “Ik heb het mogen meemaken. Ik was er vanuit gegaan dat ik geselecteerd zou worden. Maar uiteraard was het een opluchting en bekroning dat ik mee mocht. Het was spannend, uitdagend en ik wist niet precies wat ik kon verwachten. Of beter, eigenlijk wist je deep down precies wat je kon verwachten, maar je onderdrukte dat omdat je bezig was met een opbouw naar een bijzondere wedstrijd. We hadden dus ook echt het gevoel dat we niet zouden worden weggespeeld. We zouden gaan knallen. Ik begon op de bank en had dus de mogelijkheid om de wedstrijd te analyseren en me voor te bereiden op het moment dat ik erin mocht. Na afloop was er opluchting en ook een voldaan gevoel. We hadden wel verloren met 110-0, maar het voelde niet zo.”