Het gebeurt wel eens dat ik wat woorden heb met mijn puber. Omdat ik zijn moeder ben, omdat ik moeder-dingen vind, omdat ik moeder-dingen doe, omdat ik gênante oude-vrouwen-dingen zeg, omdat ik gênante (te) hippe niet age appropriate dingen zeg, omdat ik overigens gênante dingen zeg (of doe), of – en nu hebben we het wel over serieuze ruzie – omdat ik me met het rugby bemoei of er (foei) ook iets van vind.
Dus, hoewel ik het heerlijk vind om mee te gaan naar de club en zijn wedstrijden te zien (wel opletten, dat ik niet te enthousiast ga schreeuwen), is het altijd wel een beetje op eieren lopen. Daar is recent nog een uitdaging bij gekomen. Mijn andere schatje heeft zich wat dieper de gelederen van de club in gewerkt en kent daardoor ineens allemaal rugby grootheden en eerste-team spelers, die tot voor kort in mijn ogen tot de onbereikbare goden behoorden. En ons guppy zelf is inmiddels Colt met (oud) teamgenoten in HRC 1 en ook hij is dus langzamerhand in touch met de grote mannen.
Het resultaat daarvan is dat mijn mannen ook bekend zijn van de bijnamen van diverse spelers en club-coryfeeën en die bijnamen c.q. afkortingen zo nu en dan gebruiken. Daardoor weet ik nu ook wie er bijvoorbeeld met “Floppie”, of “Loor” bedoeld worden en wie “Bonkie” is.
“Leuk voor je“, hoor ik je denken. Nou, dat is helemaal niet zo leuk anders! Want voor ik het weet gebruik ik zo’n nickname ook en dat is not done voor een rugby-mum die nog niet echt on first name basis met deze mannen is. Zo lang ik nog hoor “ooo, is dat jouw vrouw” of “is die mevrouw daar echt jouw moeder?” zijn bijnamen echt nog een no-go-area, is het zaak mij daar verre van te houden en even het puntje van mijn tong af te bijten, zelfs als ik wil vragen of “Ayrt” nog een drankje wil….
Wees voorzichtig en tackel hard!
Liefs,
Mum