Een van mijn vriendinnetjes was een echt Doe-Maar-meisje: verliefd op Henny, mouwloos spijkervestje met Doe Maar buttons, zweetbandje om haar pols, bandana in haar haar, veel heel veel fluorgroen en -roze en in staat om alle teksten, van af elk willekeurig punt bij het horen van één enkele noot mee te blèren. Ik vond de liedjes ook best leuk, maar de reden voor haar volledige, ongeremde adoratie ontging me volledig en hoe je “Je loopt je lul achterna” hard op uit je strot durfde te gooien, begreep ik (bleu als ik was) ook al niet. Op haar beurt vond ze mij een ijskonijn; als je niet als een blok voor Henny (of desnoods Ernst) viel, was er serieus wat mis met je.
Wat ik overigens ook niet begreep was dat haar moeder het allemaal wel prima vond en haar zelfs door het hele land naar concerten en fandagen reed. Mams stond dan vervolgens geduldig buiten de zaal te wachten tot haar – hormonaal totaal op hol geslagen – dochter (dwepend met ideeën die je je tienerdochter liever niet hoort hebben over manen van 30+) naar buiten kwam. Ik had niet het idee dat ik daar thuis mee aan hoefde te komen.
Overigens kreeg ik desondanks wel een klein beetje mee van dat ongeremde rebelse. Doe Maar staat dus ook voor mij voor dromen, groeien en voorzichtig verkennen wat er (nog meer) in de wereld speelt.
Toen ik zelf (rugby) moeder werd kwam daar nog een laagje bij: Doe Maar stond vanaf toen ook voor begrip voor en vereenzelviging met haar moeder. Ook ik reed mijn kind naar alle uithoeken van het land. Ook ik wachtte geduldig langs de zijlijn tot dat hij – vaak met veel bravoure en teksten die inmiddels boven tenminste één wenkbrauw een serieuze rimpel hebben gegroefd – weer de auto in stapte. En dat alles voor iets dat ik – net als haar moeder – niet altijd even verantwoord vond.
Waarom? Omdat ik hem wilde beschermen/oplappen als het nodig zou zijn en omdat het geweldig was om van een afstandje te zien hoe hij zijn eigen pad leerde kiezen, ook al werd hij daarbij – soms wat (te) hard handig – gecorrigeerd door tegenstanders. Okay, zo’n Doe Maar meisje van toen zal zijn verloren en o zo belangrijke pot, een tegenstander die hem in alles de baas was, of selectie stress, geen vergelijking vinden met het uit elkaar gaan van haar idolen, maar de mate van ontreddering, is denk ik een van de weinige verschillen.
Overigens ontdekte ik – hij is bijna geen Colt meer – denk ik, recent nog een volgende laag. Ik zie hoe hij zich ontfermt over zijn teammaatjes en soms zelfs over tegenstanders, als het even tegen zit of het er serieus ruig aan toe is gegaan. Daar schemert voorzichtig een glimpje van een man – misschien ooit ook vader – die over een aantal jaar zelf door het hele land crosst voor een ander, om met eigen ogen te zien dat het goed is.
Wees voorzichtig, tackle hard en alvast een hele fijne moederdag!
Liefs,
Mum