Ik heb al een aantal iets keer over typische rugby-types geschreven (zie bijvoorbeeld elastiman, air head, mastodont en alles behalve), maar na Frankrijk vs Wales van afgelopen zaterdag moet ik bekennen dat hier voor mij twee absolute archetypes op het veld stonden. (Voor de zekerheid; ik ben maar een simpele langs-de-lijn-Truus (en zelfs dat is tijdens Corona niet serieus te nemen) en mijn zeer beperkte kennis rijkt zeker niet verder dat Rugby for Dummy’s).
Laat ik beginnen met de man die – naast Jonah Lomu – wat mij betreft de verpersoonlijking van rugby is: de captain en Wales’ grand old totem Alun Wyn Jones. Geen speler heeft meer caps en zijn erelijst is eindeloos. Het is een reus van een man die iedere mum – zelfs als ze net komt kijken – onmiddellijk kan herkennen als een 2e-rijer, een lock; met zijn 198 cm, 122 kg en dat tape op zijn oren. Als ik hem zie vraag ik me altijd af hoeveel mensen – hoeveel mums – buiten Wales zich ooit hebben vergist bij het enkel horen van zijn naam. “Ach, als hij Alun heet, – of is het misschien Alun Wyn? – zal het niet veel zijn. Zo’n weirde (Welsh of hippie) naam hoort vast bij een of andere zelfgebreide zwever“. Ik gok dat ze vervolgens meteen hun tong hebben afgebeten toen ze hem zagen (“Schatje, helaas, je kan niet spelen. We gaan nu naar huis. Ik ben je schoenen vergeten“), of – als ze hun kind toch het veld op lieten gaan, dat iets later alsnog deden – toen er inderdaad wat zweefde, maar dat hun eigen spruitje bleek te zijn dat vakkundig tegen het gras werd gesmackt door deze gigant met zijn (vast toen al) gegroefde kop. Als je als team zo’n koning op het veld hebt, waar zo’n statuur van afstraalt, dan gaat het toch misschien net wat makkelijker. (Met uitzondering van die laatste 10/15 minuten afgelopen zaterdag dan).
Nummer twee laat zich ook vast raden, die stond aan de andere kant opgesteld: Antoine Dupont. Hoewel hij zowaar toch nog 175 cm meet, komt hij op mij altijd wat kleiner over, terwijl ik hem qua postuur juist op wat meer dan 84 kg zou schatten, maar dat terzijde. Ik denk dat mijn mede mums in hem op het eerste gezicht wel een scrumhalf herkennen, al ziet hij er best schattig uit. Nu heb ik geleerd dat iets onaardigs zeggen over Franse rugbyers niet verstandig is; maar ik hoop dat niemand het mij kwalijk neemt als ik – meer algemeen – zeg dat scrumhalf en schattig mij geen voordehandliggende combi lijken. Spelers op deze positie doen mij doorgaans een beetje aan Jack Russel terriërs (op steroïden) denken; klein, actief, agressief en bloed irritant. Goed, als mum zou je – als je Antoine voor het eerst ziet – misschien toch een andere indruk kunnen krijgen. Hij lijkt best een fris gewassen ideale schoonzoon. Maar op het veld….help! Stel je voor dat je kind tegen zo iemand speelt. Dat is toch om depressief van te worden?! Wat zeg je tegen je kind als er zo’n talent aan de ander kant staat? Hoewel Frankrijk een geweldig team heeft, doemen bij mij toch de woorden op uit de fax die tijdens World Cup in 1995 door de All Blacks zou zijn ontvangen: “Remember rugby is a team game so all 14 of you pass the ball to Jonah“. Al hoeft het ovaal natuurlijk niet naar Antoine gepasst te worden, hij heeft het zelf al te pakken….
Wees voorzichtig en tackel hard!
Liefs,
Mum