Ongeveer 10 jaar geleden heb ik voor het eerste kennis gemaakt met de mooie vereniging HRC.
In mijn jeugd zag ik rugbyers van Rugby club Wageningen als ik naar mijn hockeyclub ging. Als ik ze dan zag trainen benijdde ik ze niet. Het veld had maar in één hoek wat gras. Vaak liepen de mannen rond met gehavende sportkleding en bebloed verband. Regelmatig werd er een speler per ambulance afgevoerd. In mijn studententijd vielen rugbyers bij studentenverenigingen binnen. Halverwege de avond hadden ze genoeg moed ingedronken om met een aantal naakt op de bar te klimmen om onder luid en zingende aanmoedigingen van hun teamgenoten rare capriolen op de bar uit te voeren. Onbegrijpelijke gesprekken en fysieke keuringen aan de bar met sportieve jongens die moeite hadden qua lichaamsgewicht aan te komen. Deze personen leken wel een ruige oervorm van de menselijke beschaving. Met deze gebrekkige kennis over rugby mocht ik de jeugd van HRC helpen.
Ik ben Hendrik Jan Nederhorst.
Mijn vriendin en ik hebben 3 kinderen. We wonen sinds onze ontmoeting en studententijd in Utrecht ruim 25 jaar samen, waarvan inmiddels 19 jaar in Den Haag.
Na tennis, zeezeilen en handbal had juist mijn zoon samen met een vriendje besloten dat rugby hun nieuwe sport ging worden. Na een proeftraining wisten ze het zeker. Ze hadden de smaak te pakken en zoals je bij veel rugbyspelers hoort waren ze vanaf dat moment vastberaden ..deze sport moest het worden! De kennismaking verliep heel gemoedelijk en vrijblijvend. Eigenlijk een enorm contrast met mijn herinneringen aan deze sport.
Gelijk viel me op hoe betrokken alle ouders waren. Bijna alle kinderen werden wekelijks langs de lijn gade geslagen. Niet alleen binnen het veld waren veel vrijwilligers actief, maar ook daarbuiten hadden bijna alle ouders zo hun rol. Ouders kregen duidelijke instructies hoe er aangemoedigd mocht worden en werden ook aangesproken bij het niet naleven van andere etiketten in en om het veld.
Snel na de eerste trainingen bleek dat het aantal trainers bij de lichting van mijn zoon wat beperkt was. Er werd een appel op de ouders gedaan om mee te helpen. Aangezien er geen gepokt en gemazelde oud-rugbyers opstonden besloten een aantal andere vaders en ik de stap te maken van toeschouwer buiten de lijnen naar toeschouwer binnen de lijnen.
Wat is het toch een raar spel. We bleven ons keer op keer verbazen over de spelregels, opleidingsplannen, posities en andere afspraken. Als wij deze materie niet begrepen, hoe moesten we dit dan aan die jongelui overbrengen?
Snel werd ik onder supervisie van onder andere Edwin en Seva aan het werk gezet. Daarna mocht ik Michel en Ian nog vaak tijdens de trainingen helpen. Wat heb ik het ze soms moeilijk gemaakt met mijn onmogelijke vragen en gedachtes. Uiteindelijk mocht ik aan een officiële meerdaagse trainingscursus deelnemen. Met zo goed als alleen maar rugbyers en oud-rugbyers deelnemen aan rugbytrainingen. Voor het eerst kon ik zelf een heel klein beetje het contact en impact van de sport met leeftijdsgenoten ervaren. Zonder eigen ervaring in competitief verband blijft het lastig je in te beelden waar de jonge spelers tijdens het spel mee kampen. Tijdens deze cursus moest ik training geven aan cursisten die door hun jarenlange rugby ervaring tijdens de theorielessen bijna een andere taal leken te spreken.
Elke week werd er weer een stukje van de puzzel ontrafeld. Het waren kleine stapjes, maar stukje bij beetje kreeg ik ook de handelswijze tijdens de training en de regels van het spel onder de knie. Als leek vond ik het eigenlijk gelijk een leuk spel. Het is heel divers, voor elke speler ongeacht fysieke en mentale capaciteit is er een plek. Met de juiste bravoure, focus, teamwerk en wilskracht kom je een heel eind.
Het mooiste van het mogen helpen bij de trainingen en wedstrijden, is het kunnen volgen van de ontwikkeling van de spelers. Het gadeslaan van alle emoties die bij dit spel getriggerd worden. De interactie tussen de spelers is schitterend. De mooiste beloning die je kunt krijgen zijn de trotse, tevreden en gelukzalige blikken op de gezichten na afloop van een lekkere training of een leuke pot.
Op een zaterdag zo’n vier jaar geleden kwam mijn dochter een keer bij haar broer zijn rugbyspel kijken. Na turnen, tennis, streetdance en hip hop urban-dance was mijn dochter meteen onder de indruk van de samenhorigheid van de teamspelers, de hoffelijk omgang met elkaar en het respect voor de tegenstanders. Op de terugweg naar huis mijmerde ze dat ze deze sport ook graag wilde leren spelen. Ze liet er geen gras over groeien en de eerst volgende mogelijkheid om mee te mogen trainen met haar leeftijdsgroep was ze erbij. Ook zij werd besmet met het rugbyvirus. Zoals hierboven beschreven kwam ook zij na haar eerste training van het veld met een smile van oor tot oor. Nu bijna vier jaar later kijkt ze elke keer uit naar haar trainings- of wedstrijddag.
Ondanks dat mijn oudste dochter nooit besmet is geraakt met het rugbyvirus, voelt zij zich ook aangetrokken tot de kernwaarden van rugby. Buiten de club om is ze verliefd geworden op een HRC speler.
Zo brengt HRC op dit moment voor elk van onze kinderen alleen maar goeds, wat wil je als ouder nog meer?