De jaarlijkse rugbyreis van jeugdspelers van Rugby Club HRC uit Den Haag was aangebroken. 22 trainers en 30 kinderen, gepakt en gezakt, stapten op een vrijdagmiddag in een bus met als bestemming Epernay, Frankrijk. In de bus zat de stemming er al goed in.
Het landschap schoot voorbij terwijl de bus voortsnorde. De radio speelde Franse chansons, de trainers onderhielden elkaar met onwaarschijnlijke rugbystories, en de kinderen zaten op het puntje van hun stoel, starend naar het landschap dar maar niet wilde veranderen. We stonden weer vertrouwd lang in de file. Na een eveneens bekende stop bij de “golden arches” werd de muziek zacht gedraaid en deden de meeste kds vast een dutje.
Bij aankomst in Epernay, beroemd om zijn champagne, hadden de trainers een korte ‘strategische bespreking’, uiteraard vergezeld van een glas van de lokale specialiteit. Ondertussen droomden de spelers over de dag van morgen.
Zaterdagochtend kwam sneller dan verwacht, maar de zinderende hitte deed niets af aan de geestdrift van het team. Er waren twee Benjamin-teams, onder leiding van de hoofdtrainers Floris en Frans, klaar om de pannen van het dak te spelen.
Als een orkaan raasden ze over het veld, de bal slingerde van hand tot hand, de tackles waren gedurfd en stoutmoedig. Maar de Franse teams waren niet onder de indruk. Het weer was hun bondgenoot, en hun verdediging was sterk. Het was een strijd van titanen, een gladiatorenspel waarbij zweet en inspanning de prijs waren.
Niet alle wedstrijden werden gewonnen. Maar als er iets was dat de teams van HRC begrepen, was het dat rugby meer is dan alleen het scorebord. Het gaat over kameraadschap, teamgeest en de wil om je beste zelf op het veld te laten zien.
En in dat opzicht was HRC veruit de beste. Ondanks de nederlagen bleven ze lachen, elkaar aanmoedigen en het belangrijkste, plezier hebben. De jonge spelers maakten grappen, gooiden water over elkaar en leken ongeacht de uitkomst van de wedstrijden te genieten van elke minuut.
De coaches, hoewel ze op hun hoede waren voor de zon en hun champagne een beetje warmer was dan ze zouden willen, bleven onvermoeibaar. Ze schreeuwden aanwijzingen, spraken bemoedigende woorden en gaven de spelers het gevoel dat ze wereldkampioenen waren.
Toen de zon onderging over Epernay en de laatste wedstrijd was gespeeld, zaten ze daar, uitgeput maar voldaan, het stof van het veld nog op hun gezichten. Ze waren de kampioenen van hun eigen verhalen, ongeacht de score.
Na een dag vol inspanning was er geen betere manier om het af te sluiten dan met een gezellige barbecue aan de oevers van de Marne. Het warme gloeien van de grill, het sissen van hamburgers en de geur van worstjes vulden de lucht. Er werd gelachen en gepraat, terwijl de trainers, met een welverdiend glas champagne in de hand, de avonturen van het weekend bespraken.
En net toen ze dachten dat het niet beter kon worden, stond er nog een verrassing op het programma: een verfrissende duik in de Marne. De spelers waren in een mum van tijd in hun zwemkleding en sprongen in het water, tot groot vermaak van de trainers en enkele passerende locals. Het was het perfecte einde van een perfecte rugby dag.
En dus eindigde het avontuur van Rugby Club HRC uit Den Haag in Epernay niet op het veld, maar met een barbecue en zwempartij aan de oevers van de Marne. Terwijl de zon onderging en de sterren tevoorschijn kwamen, was de lucht gevuld met het geluid van gelach en plezier, en het onmiskenbare gevoel van eenheid. Epernay was weer een onvergetelijke trip met dank aan organisatoren Piet en Joran.