De Haagsche Rugby Club is jarig. Al voor de 88ste keer. Als mens raak je op die leeftijd “op leeftijd”, maar als vereniging ben je 88 jaar jong. Immers, bij voldoende enthousiaste leden en een bekwaam bestuur houd je het verenigingsleven vol tot in de eeuwigheid.
Aan enthousiaste leden en goede bestuurders heeft het de Haagsche Rugby Club nooit ontbroken. Dat wil niet zeggen dat het al die 88 jaar hosannah was, maar na elke dip wist “de Haagh” weer te herreizen en zich te richten op een sterkere, betere toekomst. Duidelijke voorbeelden hiervan hebben zich de afgelopen jaren getoond. Ik pak er 3 uit.
Door het enorm intensieve gebruik van onze twee velden door grote hoeveelheid jeugd en senioren, móest er iets gebeuren om optimaal gebruik te kunnen blijven gaanderen. Door het benaderen van de Haagse gemeenten afdeling sport wist het bestuur medewerking van het gemeentenbestuur te krijgen voor het aanleggen van een kunstgrasveld met de officiële rugbyveld maten. Dat was een hele ingreep gezien het feit dat er een opstal gesloopt moest worden. Maar het meest lastige was het veld zijn officiële maten geven; het 2de veld moest breder worden aangelegd en dat betekende dat er duikers over de bestaande sloot moest worden gelegd. Daar was het Waterschap Delfland moeilijk in mee te krijgen. Toch heeft het bestuur het voor elkaar gekregen én met een dikke subsidie!
Hoe trots zijn we daarbij op ons werkelijk schitterende clubhuis! Een geweldig initiatief van het toen zittende bestuur én van een architect die begreep waar het omdraaide én van de leden van advies die er voor zorgde dat alles goed uitgevoerd werd én dat de uitgesproken rugbysfeer in het gebouw bewaard bleef. Gemeente subsidie, de welwillendheid van de leden om obligaties te kopen en het rotsvast vertrouwen in bovengenoemde mensen hebben dit clubhuis werkelijkheid gemaakt. Met z’n allen.
Het initiatief van een groepje leden spelers over te halen weer voor de H.R.C. te komen spelen is nog zo’n voorbeeld van ondernemen. Het ging niet goed met de selectie de afgelopen jaren. Talentvolle spelers vertrokken naar het buitenland en er was niet genoeg aanwas om het hoge niveau te kunnen volhouden. Door met talenten en terugkerende spelers te praten en te luisteren wat hun behoeften waren, daaraan proberen te voldoen en zo weer spelers aan de H.R.C te binden, hebben we nu weer een jonge en krachtige selectie; een genot om naar te kijken.
Deze drie initiatieven tonen waar besturen en ondernemen toe leidt. En dit zijn maar drie voorbeelden. Ongetwijfeld kunt u nog wel enkele bedenken. Samen overleven en ontwikkelen is de opdracht – juist nu – en als we dat doen houden we het verenigingsleven vol tot in de eeuwigheid.
Dus pas 88 jaar! Gefeliciteerd H.R.C.
Met Ovale groet,
Ton van der Loos